Associëren en impulsen volgen

Competenties:

• De speler toont motivatie en lef
• De speler is in staat te luisteren en te kijken
• De speler traint en ontwikkelt zijn / haar improvisatievermogen De speler is in staat feedback te geven en te ontvangen

Doel: de spelers maken kennis met improvisatietheater Onderdeel: Associëren / impulsen volgen

Inleiding

Associatie ketting
Alle spelers op mute

De spelers krijgen op het scherm een tekening te zien en reageren d.m.v. een tableau.

Variatie:
Hetzelfde als hierboven alleen dan zegt de docent een woord en reageren spelers d.m.v een beweging of tableau.

Kern

Voorwerpenronde

Wanneer de docent JA zegt pakken de spelers zo snel mogelijk een voorwerp uit de ruimte waarin ze zich bevinden en gaan weer voor het beeldscherm zitten.

De docent noemt een naam. Diegene heeft bijv. een tandenborstel. Voor het scherm doet de speler nu een handeling met het voorwerp, alles behalve waar het voor is bedoeld. Zodra de andere spelers denken te zien wat het voorwerp is geworden, schrijven ze dit in de chat. 

Virtuele monologen draaideur

De docent bepaalt van te voren de volgorde van spelers en noemt bij elke speler een locatie, een dilemma of een relatie, enzovoort. Elke speler maakt gebruik van tijdsprongen.

Speler 1 begint een monoloog ,een vrije improvisatie op basis van de gekregen suggestie (locatie, dilemma of relatie etc).

De docent bepaalt wanneer het tijd is om te ‘verschuiven’ door te zeggen “speler 2” .

Afsluiting

Drie in de pan

alle spelers op mute, behalve de spelers die door de docent worden genoemd.

Zij spelen een korte, neutrale scène, waarna de docent FREEZE roept en een emotie zegt.

De scène wordt vervolgens herhaald in deze emotie.

De docent herhaald dit 3x.

Variant 1: behalve emoties kan de docent filmgenres, muziekgenres of combinaties van deze gegevens noemen.

Variant 2: In plaats van emoties kan de docent spelvormen noemen.